
In tijden van voedselschaarste, en dan vooral wanneer er weinig groenten voorhanden zijn, kan men altijd de toevlucht nemen tot wat in het wild groeit. Wij hebben in onze contreien heel wat eetbare planten. Hieronder geven we de voornaamste:
Bosaardbei

Komt veel voor aan de rand van het bos, op een zonnig plekje. Blaadjes kunnen dienen voor thee, de kleine aardbeien kunnen gegeten worden.
Duindoorn

Zoals de naam zegt: staat in de duinen. Bessen kunnen in het najaar geplukt worden om er gelei van te maken (wel veel suiker toevoegen, want ze zijn vrij zuur vanwege het hoge vitamine C gehalte). Ze kunnen ook rauw gegeten worden. Plukken kan pijnlijk zijn vanwege de vele doornen.
Grote klis


Van de grote klis, een plant die meer dan een meter hoog wordt, kan men zowel de bladeren als de wortel eten. De wortel dient uitgegraven te worden in de lente of de herfst. Men kan de afgestorven plant makkelijk herkennen. Deze blijven vrij lang staan. De wortel kan rauw geraspt worden worden of gekookt. Heeft een bitterzoete smaak. De bladeren bevatten veel vitamine C. Pluk enkel jonge bladeren.
Vogelmuur

Een kruipende plant met kleine witte bloemetjes. De blaadjes staan recht tegenover elkaar. Kan rauw gegeten worden of gebruikt worden in soepen. Pluk best enkel jonge scheuten. De plant is heel het jaar door te vinden. Wordt vaak gezien als hardnekkig onkruid.
Brandnetel

Zowel de kleine als de grote brandnetel kan gebruikt worden. Gebruik de jonge scheuten in het voorjaar. Brandnetel bevat veel vitaminen en mineralen. Pluk ze met handschoenen aan. Thuis afspoelen en in stukken knippen. Vervolgens klaarmaken zoals spinazie, of gebruiken in gerechten. Kan ook gebruikt worden voor thee.
Gele kerspruim

Gele kerspruimen zijn eigenlijk een soort kleine pruim afkomstig uit het Midden-Oosten en de Balkan. Ze werd hier lang geleden geïntroduceerd. De vruchten groeien in trossen en zijn zo groot als een dikke druif. Ze mogen enkel geplukt en gegeten worden als ze mooi fel geel zijn (in juli). Geel-groene tot lichtgele vruchten zijn nog onrijp. Eventueel kun je ze laten narijpen in een mand op tafel. De vrucht is zoet en lekker, maar moet slechts met mate gegeten worden vanwege het laxerend effect.
Wilde braam

Bramen zijn bijna overal op ruigten, langs bosranden enz… te vinden. Pluk de bramen in het najaar wanneer ze goed rijp zijn. Je kunt ze wassen en zo opeten of er confituur van maken.
Dauwbraam

Enkel aan de kust, in de duinen te vinden. Gebruik: idem als bij gewone bramen.
Tamme kastanje

Te vinden in bossen of parken. De bolsters zijn zeer stekelig en de kastanjes zelf hebben een platte onderkant en een klein ‘staartje’ aan de achterzijde. Kunnen rauw gegeten worden, maar geroosterd zijn ze lekkerder! Best eerst pellen en dan roosteren.
Paardenbloem

Wordt als sinds 17de eeuw als groente gekweekt in bepaalde landen. Van paardenbloem kunt u de jonge blaadjes verzamelen van de nog niet bloeiende planten. Deze zijn eetbaar. Om de bitterheid van de bladeren te verminderen kunnen die geblancheerd worden, of bereid worden als spinazie of in soep. De wortel kan worden gekookt.
Zevenblad

Zevenblad wordt als een hardnekkig onkruid beschouwd, maar de jonge scheuten kunnen gegeten worden, en het hele groeiseizoen verzameld worden. Wordt best gebruikt in salades, in combinatie met andere bladgroenten. Zevenblad bevat mineralen, vooral calcium, magnesium en ijzer; en daarnaast ook caroteen en vitamine C. Kan ook kort gebakken of gekookt worden.
Madeliefje

Madeliefjes bevatten in de lente veel vitamine C, en kunnen met bladrozet en bloem gegeten worden, en bvb. toegevoegd worden aan salades.
Melganzenvoet

Groeit op akkers, in tuinen, in ruigten. Algemeen. De jonge bladeren en stengeltoppen kunnen gegeten worden, zowel rauw als gekookt. Bevat veel calcium, magnesium, fosfor en ijzer; en ook vitamine C.
Wilgenroosje

Jonge bladeren zijn eetbaar, alsook de wortelstengels.
Hondsdraf

Heeft een heel kenmerkende geur, maar bovenal een aangename smaak. Wordt als kruid gebruikt om gerechten (omelet,…) op smaak te brengen.
de Grote Klis, is slechts eetbaar : de 1e acht maanden na de kieming van het zaad — verder mis ik bvb de hop, die men ooit at bij de aardappels ….
LikeLike