
Schaaldieren (kreeftachtigen zoals garnalen) en insecten verschillen uiteindelijk niet zoveel van elkaar: het zijn beiden geleedpotigen. Dus wat is het probleem eigenlijk als wij insecten zouden beginnen eten? Eventjes uitgelegd.
Een garnaal, een kreeft of een krab: eet men die met schaal en al op, of pelt men die? Een garnaal wordt gepeld. Het exoskelet dat bestaat uit chitine wordt weggegooid. Dat is veel te hard, en amper te kauwen. Niemand eet ongepelde garnalen.
Wat doet men met insecten, zoals krekels, die men in poedervorm op de markt brengt? Die worden niet gepeld, maar worden op z’n geheel (dus mét chitine exoskelet) door de mixer gehaald en tot poeder verwerkt. De concentratie chitine is dus véél groter bij inname van wat van dat poeder, zelfs vermengd in voedsel, dan wanneer men bvb. garnalen of krab eet. Zie maar deze video van een producent van krekelmeel in de VS:
Op zich is dat geen zo’n probleem. Ook gist en paddenstoelen hebben chitine, en wij verteren dat (hoewel chitine quasi geen voedingswaarde heeft). In onze maagsappen zit chitinase, een enzym dat chitine kan afbreken. Maar elders kan chitine een immuunreactie teweegbrengen (vb. in de darmen, luchtwegen), waarbij als gevolg eveneens chitinase wordt aangemaakt (bvb. bij contact met parasieten etc.). Doorgaans zal men daar weinig van merken, en wordt (het weinige) chitine dus afgebroken.
De twee acties (de immuunreactie en de aanmaak van chitinase) samen vormen een feedbacksysteem, dat zowel de herkenning van de binnendringende chitine-rijke organismen bevordert, als een uit de hand gelopen (veel te hevige) immuunreactie op chitine voorkomt door het “signaal” af te breken wanneer voldoende ontstekingscellen zich hebben opgehoopt om een verhoogde productie van het chitine-afbrekende enzym op gang te brengen.
Mensen die een overmatige (veel te hevige, ongezonde) immuunreactie krijgen, zijn eigenlijk allergisch voor chitine. Er zijn mensen die in fabrieken werken waar schaaldieren worden verwerkt. Door langdurige blootstelling aan hoge concentraties chitine ontwikkelen zij vaak een ziekte die bekend staat als ‘krab-astma’. “De blootstelling aan chitine kan vooral hoog zijn bij werknemers in de industrie, die de harde chitineschelpen van krabben en andere schaaldieren moeten verwijderen en vernietigen,” zegt Richard Locksley, Professor in Asthma Research en onderzoeker bij het Howard Hughes Medical Institute van het UCSF. “Het is ook mogelijk dat getroffen werknemers vormen van het chitine-afbrekende eiwit hebben die minder goed functioneren dan de andere veel voorkomende genetische varianten.”
Het probleem is nu het volgende: bij veel Covid-gevaccineerden is het immuunsysteem reeds aangetast, en bestaat de kans dat zij niet goed zullen reageren op insectenmeel van volledig gemalen insecten, en dus grote hoeveelheden chitine in voedingswaren (veel groter dan wanneer men reeds gepelde schaaldieren eet).
Nog een opmerkelijk detail, vanop een pagina over chitine:
Omdat ze een immuunrespons stimuleren, kunnen chitine en chitosan als vaccinadjuvantia worden gebruikt [d.i. als toevoeging aan een vaccin]
Bron: ucsf.edu