
Wie een tuin heeft en graag zou zorgen voor wat eigen gekweekte groenten en fruit, kan misschien opteren voor de ‘eetbare tuin’: een tuin waar zeer veel planten, zoniet quasi alle planten erin eetbaar zijn (of eetbare vruchten geven). Alles kan kriskras door elkaar staan, zodat het als het ware een ‘eetbare jungle’ wordt.
Sierplanten kunnen mooi zijn, maar zijn in tijden van voedselschaarste/hongersnood van weinig nut. Het beste is om de grond die men ter beschikking heeft zo maximaal mogelijk te benutten. Een serretje kan handig zijn om bepaalde gewassen die meer warmte nodig hebben (zoals tomaten) te telen. De rest van de tuin kan gerust een ‘eetbare tuin’ worden, waar allerlei eetbare planten en kruiden staan, en waar men al plukkend en etend in kan rondlopen.
Zeer veel wilde planten zijn eetbaar, zoals postelein, zevenblad, madeliefje, paardenbloem, dovenetel, kervel, veldsla, duizendblad, vogelmuur,… Veel kruiden en planten zijn in beperkte hoeveelheden te eten, of enkel de jonge scheuten. Maar ze zijn eetbaar en zitten boordevol vitaminen. Laat dus dit ‘kruid’ (geen onkruid!) gerust woekeren in de tuin, om het dan te verwerken in slaatjes.
Zet zeer veel kleinfruit zoals framboos, braam, taybes, loganbes, zwarte framboos, wijnbes, druif, bosbes, blauwe bes, veenbes, aalbes, jostabes, appelbes,… en verspreid dit in de tuin: een struik hier, een struik daar… Het voordeel van framboos en aanverwanten is dat die zich zeer makkelijk laten stekken. Framboos zou zelfs de neiging hebben te woekeren (vermeerdert zich via ondergrondse wortelstokken), maar dat is niet erg: hoe meer fruitplanten hoe beter! Wees niet bang van een wat ‘verwilderde’ tuin! Dat is best wel gezellig. Ook kan men hier en daar aardperen, zonnewortels,… poten. Dit zijn zeer makkelijke planten (groeit zowel in de zon als in de schaduw!) waarvan de knollen eetbaar zijn, en die geen ziekten krijgen. Zonnewortel komt van nature voor in Canada, en is dus zeer vorstresistent!
Druivelaar kan men langs de gevel laten groeien: laat een enkele tak groeien langs de hele gevel, (bij voorkeur zuidgericht) en snoei daar elk jaar de ranken (waaraan de druivenstrossen hangen) weg. Kilo’s druiven verzekerd van één plant!
Op de grond, onder de fruitplanten, kan men onder meer bosaardbei zetten. Op schaduwrijke plaatsen groeien onder meer zevenblad (een door de Romeinen gewaardeerde groente). In de tuin kunnen ook (laagstam) fruitbomen gezet worden, zoals appel, peer, pruim,… Kies geen te moeilijke soorten die gevoelig zijn voor ziekten, maar winterharde en robuuste planten.
Kortom: zet uw tuin vol en benut alle bruikbare plaatsen om er eetbare planten of kleinfruit te zetten. Op de koer of terras kan men potten met planten zetten, zoals aardbeien, etc. Zorg dat er elk seizoen iets eetbaars in uw tuin is. Dan heb je werkelijk een eetbare tuin.